De ART Methode
Sinds 1 september werkt GGNet de Buurse op de afdeling Intensieve Vervolgbehandeling met ART. De aanpak helpt mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen gestructureerd en gericht op weg naar herstel. In de basis is er met ART niet veel nieuws onder de zon. En toch: alles is anders, vertellen psychiater Alexander van de Lustgraaf, agogisch medewerker Mirthe Kok en verpleegkundige Elisah van Dijk.
Vraag het aan mensen die langdurig psychiatrische zorg nodig hebben en krijgen, en ze zeggen bijna allemaal hetzelfde. Ze gaan van hulpverlener naar hulpverlener. Krijgen diagnose op diagnose. Wisselen regelmatig van medicatie. En vooral: er wordt meer óver hen gepraat dan mét hen. Dat frustreert, vertelt Alexander. ‘En frustratie is niet helpend, frustratie zet een rem op herstel. Daarom kozen we voor een andere vorm van behandeling en zorg: ART.’
ART: actieve driehoek voor herstel
ART staat voor active recovery triad – of, vrij vertaald: de actieve driehoek voor herstel. Met die drie componenten werkt het team van de Apeldoornse afdeling Intensieve Vervolgbehandeling (IVB) gerichter en gestructureerder dan voorheen aan herstel. Waarbij meer verschillende disciplines worden betrokken en zowel patiënt als naasten een explicietere rol krijgen. De driehoek van hulpverleners, patiënt en naasten gaat samen actief aan de slag. Dat doen ze door met elkaar in gesprek te blijven, door gewoon te doen, door te kijken naar alle facetten rondom herstel en wie daarin iets kunnen betekenen.
Niet linksom? Dan rechtsom!
Is dat zo anders dan voorheen? In de basis misschien niet, maar in de praktijk wel degelijk. Met een voorbeeld legt Mirthe uit hoe dat zit: ‘Marian verzorgt zichzelf graag goed, daar hoort een regelmatige knipbeurt bij. Maar door haar ernstige psychiatrische aandoening is een bezoek aan de kapper iets heel groots voor Marian. Want ze kent de weg niet en durft niet met de bus te reizen. En weet ook niet goed hoe ze zich in de kappersstoel moet gedragen: zal het wel lukken om een praatje te maken? Dan is het fijn als Marian de eerste keer iemand bij zich heeft. Voorheen deden we dat ook, maar alleen als we daar de ruimte voor hadden. Met ART zeggen we: linksom of rechtsom, er gaat iemand mee met Marian.’
Met kleine stapjes Van zorg naar gezondheid
Want, vult Elisah aan: ‘Wij zijn er niet alleen om aandoeningen op te lossen – vaak kan dat niet eens helemaal. Wij zijn er vooral om mensen te leren omgaan met hun aandoening en hun een zo goed mogelijke kwaliteit van leven te geven. Bij ART gaat dat met kleine stapjes, stapjes die de mensen zelf kiezen. Stapjes met oog voor straks, als iemand weer teruggaat naar zijn eigen omgeving. ART helpt ons om de doelen inderdaad klein te houden. Dus niet: ik werk aan mezelf tot ik in mijn eentje naar de kapper durf. Maar: ik ga nu al naar de kapper, maar dan samen met iemand bij wie ik me veilig voel, zodat ik de volgende keer misschien in mijn eentje durf.’ Zo geeft ART meer regie aan de mensen die behandeld en begeleid worden, vult Alexander aan: ‘Zij bepalen zoveel mogelijk zelf hun doelen en we kijken samen hoe we die kunnen realiseren. ART ondersteunt daarmee de beweging van zorg (smal) naar gezondheid (breed).’
''Ik kan weer van mezelf houden''
Alledaags, duidelijk en haalbaar
Als gezegd: de ART-doelen zijn bij voorkeur niet groot, maar alledaags, duidelijk en haalbaar. Daarmee werkt de driehoek gezamenlijk van klein succes naar klein succes, voor groei van zelfvertrouwen en (zelf)inzicht bij zowel patiënt als familie. Dat levert mooie dingen op, vertelt Elisah. ‘Hoe groot is iemands zelfvertrouwen als hij durft te zeggen dat hij iets niet snapt? Zeker als die persoon een lichte verstandelijke beperking heeft en toch al vaak voelt dat hij tekortschiet. Daar is kracht voor nodig, en die kracht had Jaap. Ik had met hem een signaleringsplan opgesteld, volgens het stoplichtmodel van groen via oranje naar rood.
Een tijd later kwam hij bij me terug: “Ik snap niets van, had er eigenlijk ook geen zin in, maar ik merk dat ik het wel nodig heb: leg het nog eens uit?” Jaap kon die vraag stellen omdat hij zich gehoord en gezien voelde en daardoor meer kracht ontwikkelde in het omgaan met de uitdagingen van zijn lichte verstandelijke beperking. Dat is zijn eerste succes. Maar hij heeft dankzij de vraag die hij durfde te stellen ook handvatten gekregen om zijn gedrag beter te snappen en te leren wat hij kan doen om bepaald gedrag te voorkomen: zijn tweede succes.’
Jaap kon die vraag stellen omdat hij zich gehoord en gezien voelde en daardoor meer kracht ontwikkelde in het omgaan met de uitdagingen van zijn lichte verstandelijke beperking. Dat is zijn eerste succes. Maar hij heeft dankzij de vraag die hij durfde te stellen ook handvatten gekregen om zijn gedrag beter te snappen en te leren wat hij kan doen om bepaald gedrag te voorkomen: zijn tweede succes.’
Niet over één nacht ijs
Tegelijkertijd was het natuurlijk niet zo dat de afdeling IVB het op die eerste septemberdag ineens allemaal heel anders deed. Alexander: ‘Werken met ART vraagt een gedegen voorbereiding, waar wij al een jaar of drie geleden mee begonnen. Je moet als team een visie ontwikkelen en ontdekken hoe je in de driehoek allemaal echt hetzelfde kunt doen. Dat is namelijk makkelijker gezegd dan gedaan. Want een behandeldoel als ‘stoppen met drugsgebruik’ lijkt eenduidig. Maar dat is het niet. De ene hulpverlener zal neigen naar gesprekken, ter motivatie. Een ander ziet meer in het opstellen van een terugvalpreventieplan. En een derde gelooft vooral in het verbinden van consequenties aan gebruik. En dan zijn er nog de patiënt zelf en de naasten: waar voelen zij het meeste voor en hoe bewaken ze die keuze ook na ontslag? Het kost tijd om daarin een gezamenlijke koers te bepalen, waar je vervolgens met elkaar ook actief en creatief invulling aan geeft.’
Naasten als onmisbare schakel
De naasten zijn een onmisbare schakel in ART. Voorheen was er ook aandacht voor verbinding met de mensen rond de patiënt, maar niet per se als vast onderdeel van de behandeling en begeleiding. Elisah: ‘Vroeg een naaste om uitleg over de ziekte, dan gaven we die. Merkten we dat verwachtingen te hoog gespannen waren, dan stelden we die bij. Met ART zijn die gesprekken de standaard geworden, los van vragen, los van wat we opmerken.’ Mede daardoor groeit de betrokkenheid van naasten, vult Mirthe aan: ‘Naasten durven het eerder aan om iets leuks te gaan doen met de patiënt en hebben ook meer zicht op activiteiten die passend zijn. Bovendien merken ze in de gesprekken dat wij ook willen leren van hen; zij kennen de patiënt tenslotte als geen ander. We doen het met elkaar en voor elkaar.’
Verhuizing naar Warnsveld
In het voorjaar van 2025 verhuist afdeling IVB de Buurse van Apeldoorn naar de Spreng in Warnsveld. Vanaf dan krijgt ART een extra boost, verwacht Mirthe: ‘Op de huidige locatie zitten we toch ietsje verloren, maar straks, op terrein Groot Gaffel, zijn we omringd door collega’s die we bij ART kunnen betrekken. Dan denk ik bijvoorbeeld aan afdeling de Meent – de andere afdeling voor IVB – en de afdeling van VGGNet, waarmee we in de Spreng onder één dak zitten. Bovendien zijn er op Groot Gaffel veel meer mogelijkheden voor dagbesteding dan we nu in Apeldoorn kunnen bieden. Ook dat draagt bij aan het uitbouwen en toepassen van ART. Zo komen de mensen die bij ons verblijven én hun naasten steeds meer in hun kracht te staan.’
Marian en Jaap heten in werkelijkheid anders. Wil je meer weten over de ART-methode? Kijk dan op de website van stichting HIC & ART.