Interview

''De deelnemers hebben elkaars valkuilen haarfijn in de gaten, soms nog beter dan wij''

GGNet zet de komende jaren in op meer groepsbehandelingen. Dit is vaak net zo effectief als een individuele behandeling, omdat deelnemers leren van de ervaringen van anderen. Bovendien kunnen we er meer mensen op hetzelfde moment mee helpen. In een serie interviews nemen we je mee in de mooie voorbeelden die er zijn binnen GGNet. Je leest hoe andere teams dit aanpakken, waar ze tegenaanlopen en hoe ze oplossingen bedenken. Maar ook wat de ervaringen van patiënten zijn met groepsbehandelingen.

Xandra Wierdsma en Kirsten Tomatala zijn beiden sociotherapeut. Een jaar lang verzorgden ze samen onderdelen van de (relatief nieuwe) groepsbehandeling dialectische gedragstherapie (DGT). Kirsten herinnert zich nog goed hoe het was om de overstap te maken naar groepsaanbod dat volledig focuste op gedragstherapie.

“Een aantal collega’s was meteen helemaal om; anderen voelden wat weerstand.” Dat was voor het team een mooie mix voor een gezamenlijke ontdekkingsreis: Wat gaan we doen? Is iedereen voldoende aan boord? Over welke drempels moeten we nog heen? En wat komt er vanzelf?

De kracht van dynamiek

Dat zijn min of meer dezelfde vragen die je elkaar als collega’s moet stellen als je überhaupt nauwelijks tot geen ervaring hebt met groepsbehandeling. Xandra en Kirsten hadden die ervaring wél; ze werken voor Scelta, dat al jaren groepstherapie aanbiedt voor mensen met persoonlijkheidsproblematiek. Kirsten: “Xandra en ik verzorgden samen de groepsbehandeling DGT in de kliniek van Scelta, waar cliënten negen maanden lang, vier dagen per week verblijven.

Op andere afdelingen van Scelta worden voor groepsbehandeling (deels) andere methodieken ingezet.” Wat Xandra startende teams in zijn algemeenheid wil meegeven: “De dynamiek die in een groep ontstaat, bereik je nooit in een-op-een gesprekken. De deelnemers hebben elkaars valkuilen haarfijn in de gaten, soms nog beter dan wij. Dat geeft cliënten een gevoel van veiligheid en erkenning: ‘Ik ben niet de enige met dit probleem; ik kan het er hier gewoon over hebben.’ Het is heel anders om dat te horen van lotgenoten dan van ‘gezonde’ volwassenen.”

Durf op je handen te zitten

In de groep gebeuren dingen bovendien vaak zonder dat je daar als begeleider veel voor hoeft te doen: situaties ontstaan heel natuurlijk. Kirsten: “Daarna bekrachtig je wat je zag: ‘Het gedrag van je groepsgenoot was inderdaad niet oké, dat heb je goed gezien en gezegd.’ Maar weinig doen en op je handen blijven zitten, kan vooral voor startende groepsbehandelaren lastig zijn.” Bijvoorbeeld als cliënten in een dissociatie terechtkomen, wat volgens Xandra met enige regelmaat gebeurt: “Soms is dat daadwerkelijk zo, soms zetten deelnemers een ‘dissociatie’ in om hun spanning te reguleren. In beide gevallen help je mensen niet door voor hen te gaan zorgen. Ons doel is juist dat cliënten ontdekken dat ze zelf capabel zijn om eruit te komen.

We hebben daarom de afspraak dat één van ons de overige deelnemers meeneemt naar een andere ruimte, terwijl de ander bij de cliënt blijft. Maar niet langer dan vijf minuten, want je wilt mensen leren dat ze dit soort situaties zelf kunnen oplossen.”

Door de zure appel heen

In groepsbehandelingen kan het er soms stevig aan toe gaan, vertelt Xandra. “Het komt voor dat cliënten hun pijlen richten op ons als begeleiders. Ze lopen dan bijvoorbeeld weg uit de bijeenkomst of dreigen dat te doen. Ooit loste ik dat op door op te staan en te doen alsof ik zelf de groep uitliep.

In eerste instantie vergrootte dat de spanning van de cliënten: ‘Loopt de socio nou weg?!’. Maar ik stopte bij de deur. Om te laten zien dat je door de zure appel heen moet als je verder wilt komen.” Waar het volgens Xandra om gaat: inspelen op het moment om cliënten verder te helpen in hun proces. “Hoe je dat aanpakt, wisselt. Maar steeds gaat het om een goede timing, en vertrouwen in jezelf en in de groep.”


Praktische uitdagingen

Rondom groepsbehandeling zijn er ook meer praktische uitdagingen. Je moet ruimtes hebben om de groepen in onder te brengen, vertelt Xandra: “Die roosteren we daarom al aan het begin van het jaar in; en daar valt niet meer aan te tornen.” Ook moet er voldoende geschoold personeel zijn, dat weet welke begeleiding nodig is om de eigen regie van cliënten te versterken.

Niet voor iedere cliënt

Groepsbehandeling werkt overigens niet voor iedere cliënt, ook niet als je dat vooraf wél zo inschat. Kirsten: “Bij de selectie gaan we niet over één nacht ijs. Toch kun je gaandeweg ontdekken dat je iemand in een groepsbehandeling overvraagt, bijvoorbeeld als mensen te maken blijken te hebben met ASS of hersenschade door een verslavingsverleden. Dan kijken we met de cliënt naar een meer passende behandeling om te werken aan de hulpvraag.”

Risico’s

Ook als groepstherapie wel geschikt is, zitten er wat risico’s aan. Cliënten kunnen elkaar bijvoorbeeld meeslepen in destructief gedrag. Daarom heeft Scelta de afspraak dat deelnemers elkaar (ook buiten de groepsbehandeling) niet vertellen dat hun spanning oploopt en daarom van plan zijn zichzelf te gaan snijden.

Wat wél mag en zelfs wordt aangemoedigd, is de groep achteraf vertellen dat ze zichzelf gesneden hebben. Om vervolgens samen te analyseren waarom dat gebeurde en met elkaar te ontdekken hoe je zelfbeschadiging de volgende keer kunt voorkomen. Verder bestaat het risico dat de ene cliënt veel meer aan het woord komt dan de andere. Xandra: “Sommige mensen zijn heel aanwezig en praten makkelijk. Anderen zijn meer gesloten en houden zich liever op de achtergrond. In de groep krijgt iedereen daarom zeven minuten - niet meer, maar ook niet minder.”

Balans vinden

Kirsten ziet hoe de onderlinge, uitgebalanceerde dynamiek de deelnemers meer in evenwicht brengt. “Mensen krijgen mede dankzij elkaar meer zelfinzicht, doen samen vaardigheden op en durven daardoor beter te doen wat goed voor hen is. En ze leren dat leven voor iedereen bestaat uit vallen en opstaan.

Teleurstellingen zullen er altijd weer zijn. En paniek kan altijd opnieuw de kop opsteken. Maar in de groep ontdek je dat je niet de enige bent die soms worstelt en ontwikkel je de tools en het zelfvertrouwen om met je uitdagingen om te gaan.”

Magazine 'Van zorg naar gezondheid' - juli 2025

Keer terug naar de inhoudsopgave