Interview

Pilot Jong Apeldoorn

Een goede aanmeldprocedure leidt tot zinnige, zuinige zorg. Maar hoe kunnen we dit proces – inclusief screening en intake – verder verbeteren? Die vraag is onderwerp van een pilot bij GGNet Jong in Apeldoorn. Ggz-agoog Anne Veneman en klinisch psycholoog en psychotherapeut Maria Hekert delen hun ervaringen en inzichten.

Met een subsidie van de gemeente onderzoekt het team van GGNet Jong in Apeldoorn samen met de ketenpartners hoe kinderen en jongeren in de regio zorgvuldig en snel de juiste hulp ontvangen. Want het klinkt misschien eenvoudig, maar goed aanmelden en een aanmelding adequaat beoordelen kan erg lastig zijn.

Foto opgevraagd

Maria Hekert, klinisch psycholoog en psychotherapeut

Wachtlijst teruggeschroefd

“De wachtlijsten voor ggz zijn erg lang en we wisten niet altijd wie erop stonden”, begint Maria. “Daardoor kon het gebeuren dat mensen na een hele tijd aan de beurt waren en dan te horen kregen dat ze in de verkeerde rij hadden gestaan. Een zeer ongewenste situatie. In de eerste plaats natuurlijk voor de patiënten, maar ook verwijzers en behandelaren hebben er last van. Want het veroorzaakt opstoppingen en kost onnodig tijd en geld. In de pilot die we twee jaar geleden gestart zijn, onderzoeken we hoe we dit kunnen verbeteren.”

Dat leidt tot mooie resultaten, waaronder deze: de gemiddelde wachttijd bij GGNet Jong in Apeldoorn is van vijftig weken teruggeschroefd tot acht weken.

De eerste slag werd geslagen door de bestaande wachtlijst te analyseren. Daaruit bleek dat 25 procent van de wachtenden niet voor de juiste voordeur stond.

“Deze groep heeft geen specialistische ggz nodig, maar zorg of ondersteuning door een andere behandelaar of organisatie”, legt Anne uit: “We hebben deze mensen daarom teruggeleid naar hun verwijzer om opnieuw te kijken welke hulp passend is, waar mogelijk met een advies of suggestie van onze kant.

Actief meedenken en overleggen met verwijzers en andere ketenpartners, patiënten en hun familie is een belangrijk onderdeel van de pilot.”

Intensieve screening

Naast het analyseren van de wachtlijst hebben Anne, Maria en hun collega’s de screening van nieuwe aanmeldingen geïntensiveerd. Anne, die ook aanmeldfunctionaris is, schetst de gang van zaken: “Verwijzingen komen via ZorgDomein of per e-mail binnen bij ons secretariaat. Daar worden al een aantal zaken gecheckt, waarna mijn collega en ik de aanmeldingen krijgen voorgelegd en de verwijsbrief doornemen. Staat er voldoende in, hebben we aanvullende gegevens nodig?

Soms heeft een verwijzer vooraf al contact opgenomen om te vragen of onze zorg passend zou kunnen zijn – dat is ideaal –, soms bellen we na.”.

Om de aanmelding goed te kunnen bekijken, plannen we een telefonisch gesprek met de aangemelde jongere en/of diens ouders. Daarvan maken we een verslag, waarna de aanmelding wordt besproken in het aanmeldberaad. De leden van dat beraad nemen de aanmelding, de telefonische screening en de vermoedelijke problematiek door en bekijken op basis daarvan welke discipline(s) passend zijn. Bij groen licht van het aanmeldberaad, kan de intake van start.”

Beter beoordelen

Anne en Maria vinden het prettig om intensiever contact te hebben met verwijzers en met hen te sparren. Anne: “Behalve dat het leuk is elkaar beter te leren kennen, denk ik dat het heel zinnig is om verschillende perspectieven mee te wegen bij de beoordeling van een aanmelding.” Om die reden zit er bij het aanmeldberaad van GGNet Jong Apeldoorn ook af en toe een medewerker van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) aan tafel. En schuiven er weleens behandelaren van Entrea Lindenhout en Tactus aan. Maria: “Zo kunnen we snel schakelen en bijvoorbeeld direct afstemmen dat de jeugdzorgorganisatie of verslavingszorg een deel van de behandeling op zich neemt. Hoe meer we al kunnen meenemen in de aanmeldprocedure, hoe sneller de behandeling van start kan en hoe beter de doorstroom in de zorg.”

Anne geeft een praktijkvoorbeeld. “Ik werd onlangs gebeld door een CJG-medewerker die een vooraanmelding en intake gepland had met een meisje met dwangklachten. De CJG’er vroeg me welke vragen zij aan het meisje kon voorleggen om mede te bepalen of een ggz-verwijzing passend zou zijn.

Al overleggend kwamen we er toen bij uit dat mijn collega-aanmeldfunctionaris bij de intake zou aanschuiven, wat het meisje en ons zorgverleners een tweede screening – en tijd en geld – bespaart. Het is superfijn wanneer dit kan en nog fijner als we vaker op deze manier kunnen samenwerken. Bovendien maakt nauwere samenwerking ons, ketenpartners, alerter op de mogelijke samenhang tussen problemen.”


Foto opgevraagd Anne Veneman, ggz-agoog

Kwaliteitsslag

Maria voegt tot slot een pleidooi toe voor ontschotting van zorg: “Wij hebben kinderen in behandeling van wie het herstel belemmerd wordt door psychiatrische klachten van een ouder. Normaal gesproken zouden we iemand met die klachten verwijzen naar GGNet Volwassenen. Maar aangezien de persoon daar dan op een wachtlijst zou komen, willen we de ouder kortdurend zelf kunnen behandelen als we denken dat dit bijdraagt aan de ontwikkeling van het kind. We hebben inmiddels goedkeuring van de directie om dit te gaan implementeren.”

Voor Anne en Maria is het duidelijk: zorgvuldig screenen, intensief samenwerken, vragen in samenhang bekijken, dit is de weg.

“De pilot, die nog tot eind dit jaar loopt, heeft zulke mooie resultaten opgeleverd. Het zou vreemd en zonde zijn om straks terug te gaan naar hoe het was. Deze manier van werken vergt aan de voorkant meer tijd, maar loont aan alle kanten. En bovendien beantwoorden we ermee aan de opdracht die we als ggz gekregen hebben: samenwerken aan betere zorg en de zorg toegankelijk en betaalbaar houden. We moeten kijken hoe we deze kwaliteitsslag kunnen blijven maken, ook als de gemeentelijke subsidie stopt.”

Magazine 'Van zorg naar gezondheid' - november 2025

Keer terug naar de inhoudsopgave