GGNet werkt samen met huisartsen, ggz-organisaties, welzijnsorganisaties, gemeenten én inwoners aan een mentaal sterke en gezonde regio. Aan passende ondersteuning voor inwoners, zonder omwegen en liefst in hun eigen omgeving. De transformatieplannen voor Achterhoek/De Liemers en Apeldoorn/Zutphen zijn goedgekeurd. Tijd om de regionale samenwerking verder te brengen.

Regio's Achterhoek/De Liemers en Apeldoorn/Zutphen
“Alleen door domeinoverstijgend samen te werken, houden we de zorg toegankelijk, beschikbaar en betaalbaar.” Lidija Mesic vat hiermee meteen samen wat het doel is van het integraal zorgakkoord (IZA) en de regionale transformatieplannen die GGNet en partners in dat kader hebben opgesteld.
“Wat ons bij het afstemmen en schrijven van die plannen erg heeft geholpen”, gaat Annegreet Blokland verder, “is dat we bij GGNet al een tijd bezig zijn met de beweging ‘Van zorg naar gezondheid’. Veel van wat we daarin samen met onze partners doen en leren, sluit heel mooi aan bij de transformatieplannen voor de regio. Samen met professionals in zorg en welzijn, gemeenten, inwoners en de verzekeraars kunnen we hier nu op voortbouwen en nieuwe stappen gaan zetten voor de transitie.” De goedkeuring van de plannen gaat gepaard met een flinke financiële investering – bovenop de bestaande financieringsstromen.
Als een van de kwartiermakers binnen GGNet bracht Lidija de regionale samenwerking mee op stoom. Ze werd coördinator van het thema Mentaal gezond in de regio en is nu regionaal programmamanager Transitie mentaal gezond – gedetacheerd door GGNet, ten dienste van alle partijen in de regio. Annegreet Blokland is al ruim tien jaar programmamanager in de zorg en is sinds april 2025 bij GGNet in dienst als programmamanager Transitie.
Juiste plek, passende zorg
GGNet focust in de beweging ‘Van zorg naar gezondheid’ op herstel in plaats van op ziekte. En op kracht in plaats van klacht. Ook de samenwerking in de regio is hierop geënt. En dus kijken sociaal domein, huisartsen en ggz sámen, met een brede blik, naar de hulpvraag van inwoners – die daarbij nauw betrokken worden. Lidija: “We willen af van alle verschillende loketten en gaan voor een integrale aanpak.
Door in de regio mentale gezondheidsnetwerken (MGN) in te richten, kunnen we de hulpvraag van inwoners domeinoverstijgend screenen. Gaat die om ondersteuning of om zorg? Waar hoort die thuis, welke samenwerkingspartner kan die het beste bieden? Door al vroeg in het proces samen te overleggen, leiden we inwoners snel naar de juiste plek voor passende zorg. Neem een inwoner die slecht slaapt vanwege schulden en daardoor depressieve klachten ontwikkelt. Heeft deze persoon baat bij een ggz-traject? Bij schuldhulp? Of bij allebei, in de juiste volgorde? Door zo’n vraag in samenspraak op te pakken, voorkomen we onnodig medicaliseren en onnodige inzet van dure zorg. En maken we ruimte voor mensen die echt specialistische zorg nodig hebben en daarvoor nu lang op de wachtlijst staan.”
Met expertise versterken
Lidija is ervan overtuigd dat goed georganiseerde samenwerking in de regio ertoe leidt dat flink wat mensen afbuigen van zorg naar andere ondersteuning en dat de grootste groep straks passende hulp op de juiste plek krijgt. “Er zijn al mooie praktijkvoorbeelden van modules die in plaats van in de ggz nu in het sociaal domein worden aangeboden, zoals ‘Een sterk verhaal’. Door mensen hun levensverhaal te laten opschrijven, ontwikkelen zij een nieuwe blik op belemmerende gebeurtenissen en ontstaat er ruimte voor inzicht, herstel en betekenisgeving. Ontwikkeld voor de ggz, maar uit een pilot blijkt dat dit aanbod prima past bij de herstelacademie.”
Annegreet: “Voor GGNet betekent de transformatie dat er meer ruimte ontstaat om te doen waar we goed in zijn: de behandeling van inwoners met complexe psychische problematiek. We kunnen onze specialistische kennis en expertise bovendien eerder en beter inzetten in een sterk netwerk met huisartsen en sociaaldomeinprofessionals. De samenwerking en korte lijnen in het MGN gaan daarbij helpen, denk bijvoorbeeld aan het voeren van ‘levensbrede’ verkennende gesprekken met inwoners, door een professional uit de ggz en het sociaal domein samen. Het MGN biedt ook snelle regionale screening en verwijzing, domeinoverstijgend casusoverleg en consultatie en modulaire hulp.
Belangrijk dat we daar nu een boost aan kunnen geven. Want hoe beter onze expertise bekend is bij onze partners en hoe makkelijker zij met ons in contact kunnen komen, hoe beter en sneller zij goed zijn toegerust om meer hulpvragen van inwoners op te pakken. Daarnaast zetten we ook met het transformatieplan in op meer online aanbod en domeinoverstijgend groepsaanbod. Ook daarin leren we elkaar en elkaars specialismen steeds beter kennen en benutten.”
Urgentie en energie
Aan animo ontbreekt het niet, merken de programmamanagers op. “Ook al weten we niet precies waar we straks uitkomen, iedereen voelt de urgentie en geeft elkaar energie”, aldus Lidija. “De wil en het enthousiasme is enorm”, beaamt Annegreet. “Maar eerlijk is eerlijk, het is een enorme uitdaging.” Lidija: “We moeten de transformatie zien te voltrekken in een systeem dat daar niet op ingericht is. Waar wij focussen op gezondheid, is het systeem geprogrammeerd op ziekte – we krijgen pas betaald als er een diagnose is. Dat maakt de transformatie best ingewikkeld. De uitdaging is, denk ik, om dat gegeven te accepteren en te onderzoeken hoe je de connectie met professionals buiten de ggz en in het sociaal domein kunt versterken. Hoe je een patiënt die je bijvoorbeeld behandelt voor trauma uit het verleden kunt stimuleren om daarnaast ook deel te nemen aan het bredere aanbod in de regio. Met als doel behandeling in de ggz te verkorten of versterken. Onze taak is om muren af te breken – in en tussen organisaties –, keuzes te maken en verantwoordelijkheden te delen, zonder samen te smelten. Om ieders expertise en identiteit zo in te zetten dat we allemaal kunnen doen waar we zo goed in zijn. We gaan de MGN’s inrichten en de sociale basis eromheen versterken – het een kan niet zonder het ander. Met, zoals gezegd, als een van de belangrijke taken voor GGNet om kennis meer aan de voorkant in te zetten, zodat huisartsen en sociaaldomeincollega’s meer zelf kunnen dragen. Daarvoor krijgen we vanuit het IZA ruimte en budget. Als we laten zien wat werkt, komt daaruit hopelijk de gewenste systeemverandering voort.”
Transformeren is leren
Om te ontdekken wat goed en minder goed werkt, is monitoring van het grootste belang. “We beginnen meteen met meten”, verzekert Lidija. “Waar komen inwoners terecht als ggz niet het antwoord is op hun hulpvraag? Wat is het effect van de ondersteuning die zij krijgen op hun welzijn? Wat leren we daarvan over de inrichting van de MGN’s en onze regionale samenwerking? We hebben de transformatieplannen met de grootste zorg opgesteld, in nauw overleg met alle achterbannen. Maar we kunnen niet in de toekomst kijken, de plannen berusten op gefundeerde aannames. Daarom houden we heel zorgvuldig bij of we het juiste aan het doen zijn. Of we kunnen opschalen. Of we moeten bijsturen. Transformeren is geen rechtlijnig proces. Het gaat over anders doen, leren met en van elkaar hoe het beter kan. Daarvoor is veel vertrouwen nodig. En een gevoel van urgentie – dat bij iedereen leeft. Die miljoenen IZA-euro’s zijn maatschappelijk geld en bovendien hebben we harde afspraken gemaakt met de zorgverzekeraar voor het versterken van de sociale basis, zodat een kwart minder inwoners patiënt wordt in de ggz.”
Annegreet: “We gaan een geweldige en spannende ontdekkingstocht met elkaar aan die belangrijke kansen biedt voor GGNet, onze partners, voor de regio en vooral ook voor alle inwoners. Ik ben enthousiast en zie ernaar uit om samen te bouwen en te leren, stap voor stap. Sámen kunnen we deze beweging echt gaan maken. Dus mocht je vragen of ideeën hebben of meer informatie willen, bel of mail me gerust!”
