Uitstroomoverleg
De volgende stap
Als we het hebben van verkorten van wachttijden, dan is het goed om niet alleen naar de ‘instroom’ van patiënten te kijken, maar ook naar de ‘uitstroom’. Kan een ggz-behandeling al worden afgeschaald of zelfs afgerond? Is er tijdens of na de ggz-behandeling ook ondersteuning nodig vanuit andere domeinen? Het uitstroomoverleg is daarvoor bedoeld: wanneer mensen al een tijd in behandeling zijn bij de ggz, wordt in een multidisciplinair team met elkaar verkend hoe het traject er verder uit kan zien. Tijdens het uitstroomoverleg bespreken de deelnemers de casuïstiek van de selecte doelgroep (deze kan per organisatie verschillen). In een pilot bij GGNet is gekozen voor de groep ‘mensen die drie jaar of langer in sggz-behandeling zijn’. De deelnemers aan het uitstroomoverleg onderzoeken voor hen op maat of er mogelijkheden zijn om de behandelfrequentie van de specialistische ggz-zorg te verlagen, de behandeling te beëindigen en/of een verwijzing in gang te zetten naar basis-ggz, huisarts of sociaal domein.
Opbrengsten
Inwoners stromen vanuit de specialistische ggz eerder door naar de basis-ggz en/of het sociaal domein. Hierdoor neemt de behandelintensiteit in de sggz af, met een gunstig effect op de wachtlijst en -tijden.
In het pilotteam in Apeldoorn- Zuid leidde het uitstroomoverleg in 2023 tot een uitstroom van 20 procent van de besproken cliënten (N=88). In plaats van ggz-zorg konden zij passende ondersteuning krijgen in het sociaal domein.
Hoe verder
- Opzetten van uitstroomoverleggen op extra plekken;
- Nieuwe ronde van uitstroomgesprekken op de plekken waar ze nu al plaatsvinden;
- Uitstroomgesprekken worden onderdeel van een Mentaal Gezondheidsnetwerk.
Ervaringen uit de praktijk
‘Behandelaren gunnen inwoners de juiste zorg op de juiste plek – ook als die buiten GGNet gevonden wordt’
Nathalie, wat is in jouw ogen de meerwaarde van het uitstroomoverleg? ‘Het is voor behandelaren best lastig om goed zicht te hebben op wat er allemaal aan zorg, ondersteuning en begeleiding in de regio beschikbaar is. Doordat we in het uitstroomoverleg met professionals van verschillende organisaties bijeenkomen, leren we ook de vervolgopties buiten de ggz (beter) kennen. En dat pakt goed uit. Dankzij het uitstroomoverleg zijn al behoorlijk veel mensen uitgestroomd die anders nog in zorg waren geweest. Dat is prettig voor hen, maakt ruimte vrij voor mensen die op de wachtlijst staan én haalt druk van de ketel bij de behandelaren in de sggz. Bovendien vergroot het uitstroomoverleg het onderlinge vertrouwen; het vertrouwen dat je samen hetzelfde doel wil bereiken, dat je elkaar altijd even kunt bellen voor advies of overleg en dat cliënten op die andere plek ook in goede handen zijn.’ Je bent betrokken bij het invoeren van het uitstroomoverleg in andere teams. Hoe gaat dat? ‘Als we de werkwijze goed toelichten, raken veel mensen enthousiast, merk ik. Behandelaren vinden het soms spannend om cliënten los te laten, maar gunnen hen de juiste zorg op de juiste plek – ook als die buiten GGNet gevonden wordt. Als ik vertel hoe we het uitstroomoverleg in Apeldoorn aanpakken en wat het oplevert, zie ik een zekere geruststelling.’ Wat heeft Weg met de Wachtlijst! jou als professional gebracht? ‘In de eerste plaats: een breder, gevarieerder netwerk. En doordat ik nu deelneem aan het uitstroomoverleg en ook aan de transfertafel, kan ik veel sneller met alle mensen in mijn netwerk schakelen – zowel intern als met professionals van buiten GGNet. Wat ik daarnaast voor de uitoefening van mijn werk een belangrijke opbrengst vind, is de onderlinge afspraak dat we de eerste verwijsdatum hanteren. Dus, als blijkt dat iemand van onze wachtlijst bij of na aanvang van de behandeling toch beter af is bij een andere organisatie, dan komt die cliënt bij die andere organisatie niet onderaan op de wachtlijst te staan. De eerste verwijsdatum blijft geldig, waardoor deze persoon zo snel mogelijk de juiste hulp op de juiste plek krijgt. Wat ook weer goodwill oplevert bij de huisartsen die de verwijzing doen.’ Wat wens je het IZA toe? ‘Het zou helpen als we eerder in het contact met inwoners met een brede blik kijken, bijvoorbeeld in een verkennend gesprek. Nu vindt het intakeoverleg al binnen de muren van de ggz plaats en gaan wij oplossingen zoeken voor de hulpvraag. Maar misschien kan deze inwoner voor passende zorg wel in het sociaal domein terecht, dat is veel laagdrempeliger.
Ook verrichten we nog veel ‘vrijwilligerswerk’ rondom het proces van aanmelden. GGNet krijgt geen geld voor al onze taken rondom het aanmelden en doorzetten van inwoners naar de juiste plek, terwijl het heel belangrijk werk is. Doen we het niet, dan vinden er intakes plaats op plekken waar mensen niet goed passen. Voor de intake zelf krijgt GGNet budget, maar dat is natuurlijk geen goede zorg als dat op de verkeerde plek is. En hoe langer mensen moeten wachten, hoe zieker ze (kunnen) worden. Het zou goed zijn als de financiering en daarmee ook erkenning van dit proces beter is geregeld.'
Nathalie Zijp, Sociaal Physiatrisch Verpleegkundige en aanmeldfunctionaris bij GGNet