Estafette-interview
Klinisch psycholoog Katinka Franken: ‘Meer aandacht voor het levensverhaal’
In deze eerste aflevering van de estafette reeks over wat collega’s doen in de beweging van Zorg naar Gezondheid lees je het verhaal van Katinka Franken. Zij legt uit wat de beweging van Zorg naar Gezondheid voor haar betekent, hoe ze dat in de praktijk doet en wat dat haar en haar patiënten oplevert. Zij zet met haar verhaal de estafette in beweging en stelt op het einde van het verhaal een vraag aan een collega. Daarmee geeft ze het stokje over en geeft ze collega’s de kans om te laten zien hoe zij de beweging van Zorg naar Gezondheid ervaren.
Van Zorg naar Gezondheid
Katinka, wat betekent ‘van zorg naar gezondheid’ voor jou?
“Laat ik dat uitleggen met een droom die ik heb en een daaraan gekoppelde uitspraak die ik weleens doe: ‘Geef me een vierkante centimeter op een plattegrond.’ Laat me in dat gebied uitzoeken hoe het eraan toegaat. Wie wonen er, wat voor werk hebben zij, welke opleidingen volgen zij, wie leven er van een uitkering? Hoe besteden de bewoners hun vrije tijd? Zijn er wijkcentra, buurthuizen of andere georganiseerde voorzieningen voor ontmoeting? Is er sprake van armoede, criminaliteit, dakloosheid, …? Hoe zien de huizen eruit, is het er groen? Ik zou die hele context in kaart willen brengen en met mensen in gesprek gaan om te ontdekken hoe het gesteld is met hun fysieke, mentale en sociale gezondheid. Om vervolgens te kijken wat we – zorg- en maatschappelijke partners, onderwijs, gemeente, sociaal netwerk – de mensen op deze ‘vierkante centimeter’ samen te bieden hebben. ‘Van zorg naar gezondheid’ betekent voor mij dus: de context meenemen, de focus verbreden van klachten naar welbevinden en van zorgen voor naar meer regie voor de mensen om wie het gaat. En ook: meer integrale samenwerking.”
Die brede focus komt ook in je promotieonderzoek terug. Vertel daar eens wat over
“Patiënten vinden hun niveau van welbevinden – sociaal, emotioneel en psychologisch – belangrijker dan hun klachten, weten we uit onderzoek. Ze willen een doel in het leven, mensen om zich heen en een plekje in de maatschappij, kortom: ertoe doen en meedoen. Nu is het uitgangspunt in de ggz veelal: als we hun klachten behandelen, neemt hun psychisch lijden af en hun welbevinden vanzelf toe. Maar in de praktijk werkt het zo niet; daar zit dus iets scheef. In mijn onderzoek kijk ik naar de samenhang tussen psychische klachten en welbevinden. Als de ggz-behandeling het welbevinden van patiënten niet stimuleert, wat dan wél? En gaan we dan eerst boosten op welbevinden en daarna met de klachten aan de slag? Of andersom? Of gelijktijdig? Het antwoord verschilt per patiënt. Ieder heeft een eigen verhaal en dat verhaal verdient meer aandacht van ons.”
Betekent dit dat de DSM de papierbak in kan?
“Nee, zeker niet. Door klachten te classificeren begrijpen we patiënten beter en kunnen we de juiste behandelmethode inzetten. Daarnaast helpt het levensverhaal ons verder. Waar kom je vandaan? Hoe ben je opgegroeid? Welke positief en negatief gekleurde life events zijn belangrijk geweest? Waar en met wie woon je, hoe ziet je netwerk eruit, volg je een opleiding, heb je werk, hobby’s, schulden, …? Die specifieke combinatie van factoren is heel bepalend voor wie we zijn en heeft dan ook impact op de behandeling.”
En die integrale samenwerking, hoe krijgt die vorm?
“Als je weet wat er allemaal speelt in het leven van patiënten, wordt duidelijk met wie je moet samenwerken of bij wie iemand misschien beter af is. Een voorbeeld: wie wordt opgenomen in de kliniek is een tijdje letterlijk onder de pannen. Maar wat heeft onze klinische behandeling voor zin als iemand na ontslag helemaal op zichzelf terugvalt, als er geen sociaal-maatschappelijke context is waarin iemand verder kan? Daarom willen we onder meer weten hoe de huidige omstandigheden zijn. Zodat we zorgvuldig kunnen afwegen wat allereerst of, als dat helpend is, parallel aangepakt moet worden: de depressieve klachten, de woonsituatie, de werkomstandigheden en/of de relatie? Samen met professionals met expertise op die andere fronten én met de patiënt en diens naasten leggen we deze puzzel om bij het begin te kunnen beginnen.”
Ook de patiënt heeft dus een belangrijk aandeel in de beweging van zorg naar gezondheid?
“Absoluut! Daarom moeten we patiënten vanaf het begin écht betrekken. Wij moeten weten wat zij belangrijk vinden en zij moeten weten wat ze wel en niet van ons kunnen verwachten. Wij moeten open en transparant zijn, zodat zij goed begrijpen wat hun behandeling behelst en zich realiseren dat zij goeddeels zelf aan zet zijn. We kunnen onze patiënten niet hocus-pocus-pilatus-pas beter maken. En het is belangrijk om uit te leggen dat een bepaalde mate van lijden bij het leven hoort, dat herstel ook draait om de vraag: Hoe ga je met hobbels en valkuilen om? Wat zijn jouw kwaliteiten en mogelijkheden die daarbij helpen? Wat kun je doen om het evenwicht te herstellen als het even niet zo goed gaat? Die antwoorden dragen zij in zich. Wij als hulpverleners kunnen hen helpen ze boven water te krijgen.”
Wat levert ‘van zorg naar gezondheid’ je patiënten en jou op?
“Patiënten zijn snel op hun gemak en spreken open en eerlijk, ook over schaamtevolle, ingewikkelde onderwerpen. Het is een manier om te normaliseren, het ‘gewoon’ over allerlei zaken hebben met elkaar – een in mijn ogen heel belangrijke opdracht voor ons als hulpverleners. Vergeet niet dat wij net zo goed aan de andere kant van de tafel hadden kunnen zitten. Op basis van gelijkwaardigheid kom je samen verder. En die gelijkwaardigheid bereik je volgens mij als je niet alleen de patiënt en diens problemen, maar ook de mens erachter met diens mogelijkheden kent.”
Aan wie geef jij het stokje door en wat wil je in elk geval van die collega weten?
“Ik ben heel benieuwd naar het antwoord van ggz-agoog Annette Mandemaker op de vraag: wat drijft jou in jouw werk en hoe draag je bij aan het welbevinden van jouw patiënten?”

Wie: Katinka Franken Is: klinisch psycholoog/psychotherapeut en hoofd Diagnostiekcentrum GGNet, programmaverantwoordelijke Scelta KBTA, hoofddocent Diagnostiek en Complexe Psychopathologie RINO Groep en PhD aan de Universiteit Twente
Bij GGNet sinds: 2007