Wet- en regelgeving
Wetten en regels beschermen ons en onze patiënten. Ze hebben als doel dat we zorgvuldig omgaan met mensen en hun gegevens. Natuurlijk blijven we kritisch. We hebben geleerd van de Jeugdwet en de Wet verplichte GGZ (Wvggz) hoe bureaucratie en wantrouwen de bedoeling kunnen blokkeren. Administratie moet niet het contact met patiënten in de weg zitten. Daarom willen we voorop lopen om wet- en regelgeving te laten werken zoals bedoeld en regelgekte te voorkomen. Denk daarbij aan de nieuwe bekostigingssystematiek, de Wvggz en procesgerichte verantwoording. In 2021: - Bereidden we de invoering van het Zorgprestatiemodel voor.
- Was er een spectaculaire daling in het gebruik van isoleercellen (Wvggz).
Zorgprestatiemodel: meer ruimte voor zorg
Niet meer administratie dan nodig en eerlijke vergoedingen voor passende zorg. Dat is wat het zorgprestatiemodel (ZPM) biedt. In 2021 zijn alle voorbereidingen getroffen om hier vanaf 1 januari 2022 mee aan de slag te gaan. René Aaldering (manager Zorg Control), Liliana Santamaria en Paméla van den Elzen (zorgcontrollers) blikken terug. Het zorgprestatiemodel is een nieuwe manier van bekostigen van de ggz en forensische zorg. Hierbij bepalen ‘prestaties’ welke vergoeding een zorgaanbieder krijgt. Het model vervangt de dbc’s, dbbc’s en zzp’s die nu worden gebruikt. “De complexiteit is uit het systeem gehaald”, legt René uit. “Voor de patiënt is dit prettiger. Neem bijvoorbeeld de facturatie: in plaats van één factuur per jaar, krijg je als patiënt een factuur per consult. Bovendien is die factuur ook beter te begrijpen, het is simpeler gemaakt. Je ziet alleen de directe tijd.” Toetsen en verbeteren 2021 stond in het teken van de voorbereiding. Een aparte programmastructuur werd opgetuigd voor het ZPM. “Bij GGNet worden zorgmedewerkers steeds meer betrokken bij de manier waarop wij nieuwe wetgeving of landelijke regels uitvoeren”, vertelt Liliana. “De implementatie raakt namelijk de hele organisatie, niet alleen de stafafdelingen. Daarom denken mensen mee uit allerlei beroepsgroepen.” Collega-zorgcontroller Paméla vult aan: “Ik zit bijvoorbeeld in de werkgroep ‘Controle en verantwoording’. Dat is bij uitstek een onderwerp voor staf en management. Toch hebben we een aantal hulpverleners gevraagd om erbij te komen. Gezamenlijk bespreken we hoe we regels en beleid naar de praktijk vertalen en welke impact dit heeft.” Doel bereikt Het doel was duidelijk: op 1 januari 2022 kunnen behandelaren op de nieuwe manier registreren. “Dat doel is bereikt”, vertelt René. “Vorig jaar hebben we de behandelaren zo goed mogelijk voorbereid via e-learnings, webinars, bijeenkomsten en snelkaarten waarop de informatie op één A4’tje is samengevat. Dat heeft effect gehad. De Helpdesk die we hadden ingericht had weinig te doen.” Toch is het project verre van afgerond, zegt René. Zo stijgt het aantal facturen enorm. “Waar normaal zo’n vijftienduizend facturen per jaar verstuurd werden, wordt dat nu naar schatting 1 miljoen. De administratieve last in de backoffice is dus veel groter, net als het risico op afkeuringen door de verzekeraar in met name de aanloopfase” Beter voor medewerker... Paméla denkt dat het zorgprestatiemodel uiteindelijk het werkplezier voor collega’s vergroot. “Het model biedt de organisatie een kans de registratie beter aan te laten sluiten op wat voor behandelaars belangrijk is. Er ontstaat meer keuzevrijheid. Behandelaars registreren alleen de directe tijd en daar worden de consulten op de achtergrond uit afgeleid. Rapportages om de indirecte tijd te verantwoorden zijn overbodig. Dat voorkomt onnodige administratie.” … en de patiënt Paméla denkt dat het ook de vitaliteit van patiënten ten goede komt: “Als een hulpverlener minder tijd hoeft te besteden aan administratie en registratie, blijft er meer tijd over voor patiëntenzorg. Daarnaast komt er meer transparantie. Patiënten krijgen niet meer een overzicht van indirecte uren waarvan ze niet precies weten waaraan die zijn besteed, met onduidelijke codes uit bijvoorbeeld de dbc’s. Ze krijgen nu een helder en duidelijk beeld van de daadwerkelijk geleverde zorg.”
Paméla (l) en Liliana (r)